Theorie:
Het theoretische examen bestaat uit 60 meerkeuzevragen met drie antwoordmogelijkheden. De kandidaat dient voor het theoretische deel minimaal 36 vragen goed te beantwoorden = eindcijfer 6.
Praktijk:
Voor het organoleptische deel van het examen worden zes dranken ingeschonken. Voor iedere drank wordt een meerkeuzevraag gesteld met drie antwoordmogelijkheden. De kandidaat dient minimaal 2 dranken goed te herkennen.
Bijzonderheden:
Indien een kandidaat voor het theoretische deel slaagt en voor het praktisch deel zakt dan krijgt de kandidaat op dezelfde examendag één herkansing voor het praktische deel.
- de kenmerken van grondstoffen voor gedistilleerde dranken benoemen;
- de factoren die het distillatieproces beïnvloeden benoemen;
- het distillatieproces beschrijven;
- de kenmerken van de behandelde gedistilleerde dranken benoemen;
- de belangrijkste informatie op het etiket analyseren:
- de regels van de Europese wetgeving benoemen;
- de procedures voor ontvangst, opslag en verkoop van gedistilleerde dranken benoemen:
- een gedetailleerd verkoopadvies geven;
- distillaten beoordelen op uiterlijk, geur en smaak;
- uit een keuze van 6 gedistilleerde dranken, blind, tenminste 2 gedistilleerde dranken herkennen.
Dranken niveau 3:
In samenwerking met de praktijkleslocaties wordt per opleidingsdag een keur aan gedistilleerde dranken geproefd. Uit deze geproefde dranken wordt door de examencommissie een keuze gemaakt voor het organoleptische examen.
- Jonge Jenever, Oude Jenever, Vruchtenjenevers, Graanjenever, Speciale Jenevers< Korenwijn
- Brandewijn, Vruchtenbrandewijn, Inmaakbrandewijn
- Bitters, Elixers,
- Vieux
- Nederlandse likeuren
- Cognac, Armagnac, Eau-de-Vie de Marc, Wienbrand, Brandy
- Eaux-de-Vie des Fruits, Calvados
- Buitenlandse likeuren
- Gin, Rum, Vodka, Tequila, Aquavit
- Ouzo, Pernod, Ricard, Raki, Sambuca, Absint
- Schotse Whisky; Grain, Blend, Malt in combinatie met Schotse whiskygebieden
- Irish Whiskey
- Canadian Whiskey
- American Whiskey